donderdag 20 februari 2014

Toespraak van Tim van Gerven, uitgesproken tijdens de herdenkingsdienst voor Lucas op 23 december 2013.


Beste familie en vrienden van Lucas,

De afgelopen maanden heb ik veel contact gehad met Lucas en daar ben ik nu heel dankbaar voor. Toch wil ik het over deze maanden niet te veel hebben in deze toespraak. Lucas schrijft zelf in zijn afscheidsbrief dat hij zichzelf was kwijtgeraakt in de loop van de afgelopen twee jaar, dat hij zichzelf niet meer was, en hij heeft al zijn krachten gebruikt om zichzelf weer terug te vinden, weer bij zijn 'gevoel' te komen zoals hij dat noemde.

De Lucas met wie ik deze zomer wel eens een biertje dronk op het terras van café Maxwell en die ik later regelmatig opzocht in de Poeldijkstraat en de Christiaan de Wetstraat was niet de Lucas zoals ik die heb leren kennen.

Om de een of andere reden kan ik me de introductiedag van onze brugklas nog goed herinneren. We zaten met zijn allen in een lokaal op de begane grond. Een kennismakingsrondje. Wat iedereen toen over zichzelf vertelde weet ik niet meer. Wat ik nog wel weet is dat ik met onderzoekende, schichtige blik alle gezichten in het lokaal afging. Van iedereen probeerde ik in te schatten wat voor soort persoon hij of zij zou zijn. Wat dacht ik toen over Lucas? In mijn herinnering zat hij ergens schuin achter me. Hij was stil en hij leek me onzeker, maar iedereen is onzeker tijdens zo'n eerste dag en als er iemand een toonbeeld van onzekerheid is, dan ben ik het wel. Maar bovenal leek hij me aardig, die jongen, rustig en vriendelijk. Iemand met wie ik vrienden zou kunnen zijn.

En vrienden werden we, zij het nooit heel erg dikke vrienden. Daarvoor waren we ook allebei te veel een einzelgänger. Ik bewonderde Lucas omdat hij zoveel passies had. Veel van die passies hadden te maken met Japan. Hij las veel manga, keek veel naar anime-series en hij waagde zich aan meerdere Oosterse vechtsporten. Daarbovenop deed hij aan basketbal en tijdens zijn studiejaren stortte hij zich zelfs op het boksen. Bovendien kon Lucas goed tekenen en speelde hij schitterend piano.

En hij was slim. Hij was ongelooflijk slim. Hij wilde alles altijd precies weten en heel precies formuleren. Die rechtlijnigheid en koppigheid konden ook voor problemen zorgen, en hij kon soms ongelooflijk uit zijn slof schieten, maar aan Lucas had je een goeie als je samen een werkstuk moest schrijven. Al moet ik wel eerlijk zijn. Ik heb twee keer met Lucas samengewerkt aan een werkstuk. Het ene ging over Mao, het andere over het illegaal kopiëren van cd's en cd-roms. Onze samenwerking bestond het grootste deel van de tijd uit het kijken van illegaal gedownloade afleveringen van Family Guy op zijn computer. Desondanks haalden we voor beide werkstukken een dikke voldoende.

Want ook daarin waren Lucas en ik in grote mate hetzelfde: we waren allebei verschrikkelijk competitief ingesteld. We wilden hoge cijfers halen en tijdens de gymles wilden we altijd winnen. En als dat niet lukte raakten we snel geïrriteerd en driftig.

Dat we zoveel gemeen hadden, maakt het extra zuur dat we elkaar na de middelbare school zo uit het oog zijn verloren. Wat wil je ook: twee einzelgängers, de één in Diemen, de ander in Rotterdam: die zoeken natuurlijk nooit contact met elkaar op. En ook toen je weer terug was in Amsterdam, waar je Psychologie ging studeren, zagen we elkaar maar heel zelden. Af en toe tijdens een reünietje, bijvoorbeeld bij Jizzo thuis. Eén keer ben ik je tegengekomen toen ik de post aan het rondbrengen was. We hebben toen even gepraat. Het ging goed met je, zei je, je was onderweg naar een bejaarde man die problemen had met zijn computer. Want ook daar was je goed mee, met computers. En met mensen, al zal niet iedereen dat meteen door hebben gehad, maar jij was altijd bereid het goede in mensen te zien en behandelde iedereen met evenveel respect - ook daarin was je heel rechtlijnig.

Ook vertelde je me toen dat je een tussenjaar had genomen. Je wilde de tijd nemen om te beslissen wat je verder in het leven wilde doen. Niets wees er toen op dat je in de daaropvolgende maanden jezelf zou kwijtraken. Je maakte een gelukkige indruk. 

In de maanden tussen dat gesprek bij het Amstelstation (ik kan de precieze plek nog altijd moeiteloos aanwijzen) en vandaag is er veel gebeurd. We zijn in die tijd naar elkaar toe gegroeid, ik heb je beter leren kennen. Dat aan de ene kant. Aan de andere kant was het onmogelijk te begrijpen wat er in je omging. Ook ik kon dat niet. Niemand kon dat. Je was langzaam bezig in jezelf te verdwijnen.

Maar één ding moet je goed begrijpen, Lucas. Je was een goed mens. En een goed mens zijn, dat is het hoogste dat een mens in zijn leven kan bereiken. 


Het ga je goed, Lucas. Ik zal je missen. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten